Elk achtjarig kind met een atlas neemt een beter besluit dan het eliteteam rond Kennedy
Wij zijn van nature geneigd het met elkaar eens te zijn. Dat zegt hoogleraar sociale psychologie Alain van Hiel. Groepen zijn volgens hem helemaal niet geschikt om beslissingen te nemen.
Groepen hebben een gebrek aan kritisch potentieel. De rol van advocaat van de duivel is dan ook onontbeerlijk in een groep. Want mensen hebben het er nu eenmaal moeilijk mee om niet met elkaar in overeenstemming te zijn.
Mensen willen elkaar vooral gelijk geven, dat is een constante door de hele literatuur van groepsdynamica heen. Aldus Alain van Hiel, hoogleraar sociale psychologie aan de Universiteit van Gent en gespecialiseerd in groepsdynamiek. “Mensen willen ja-knikken en kunnen maar moeilijk nee-schudden. Je moet dus altijd een ontwikkeling of heersende consensus in twijfel laten trekken. Als het naar rechts gaat, moet er iemand zijn die ‘naar links’ zegt. Als er een plan wordt geformuleerd, moet er ook een alternatief voor in de plaats komen. Zo behoud je het kritisch potentieel in groepen. Het is dat kritisch aftoetsen dat vaak verkeerd loopt”, zegt Van Hiel.
Eenling kan onmogelijk een groep tegenhouden
Daar komt volgens hem nog eens bij dat het als eenling vrijwel onmogelijk is om een groep tegen te houden. “Als er informatie komt die tegen het heersende groepsoordeel ingaat, dan hangt veel af van de hoeveelheid steun die daarvoor komt. Springen er meer mensen op het schip dat tegen de stroom ingaat? Daar hangt alles vanaf. Het is niet eenvoudig om alleen al informatie die naar een andere weg duidt, besproken te krijgen. Sterker nog, als er mathematisch gezien slechts één juiste oplossing is, en er is geen ander groepslid die dit kan bevestigen, dan zal de groep niet die oplossing kiezen en dus vaak een verkeerd besluit nemen.”
Hinderlijke gevolgen van overeenstemming
Het theoretisch onderzoek naar groepspolarisatie biedt volgens Van Hiel prachtige metaforen om de praktijk te ondervragen en te toetsen. “Onderzoek naar groepsdenken vindt ook plaats door het bestuderen van echte groepsbesluitvorming, als de perfecte ramp eenmaal is gebeurd. In de praktijk van groepsdenken zie je de hinderlijke gevolgen van een overdreven drang naar overeenstemming bereiken sterk uitvergroot. Neem bijvoorbeeld de invasie van de Varkensbaai in de jaren zestig, een idioot besluit van het eliteteam van Harvard en de CIA dat rond president Kennedy was gevormd. Dat hoogopgeleide team heeft er met al zijn expertise maandenlang over gedaan om te besluiten tot het slechtst denkbare plan ooit. Elk achtjarig kind met een atlas in zijn handen zou een beter besluit hebben genomen. Dus ook in de praktijk kunnen groepsprocessen de slechtste beslissingen genereren.”