Big history helpt bij besluitvorming om onze complexe samenleving in stand te houden
De hedendaagse samenleving is, voor zover bekend, het meest complexe systeem in het heelal. Complexe systemen zijn echter fragiel en instabiel. Big history kan helpen bij de besluitvorming om onze complexe samenleving in stand te houden.
Dat betoogt de Amerikaanse historicus David Christian, grondlegger van het nieuwe vakgebied big history, dat inzichten van wetenschappelijke disciplines verbindt tot één overzicht van de mensheid. Volgens hem kunnen we veel leren van big history. “Bijvoorbeeld dat vakgebieden zorgen voor tunnelvisie. Onze huidige kennis is opgebouwd vanuit verschillende disciplines en dat is eeuwenlang een succesvolle strategie geweest. Zo is binnen elk vakgebied een enorme hoeveelheid kennis opgebouwd. Maar het is heel moeilijk om vanuit je vakgebied te zien wat daarbuiten ligt. Terwijl dat steeds belangrijker wordt naarmate de wereld complexer wordt”, aldus Christian.
We zijn soms op een spectaculaire manier blind
Hij stelt dat we soms op een spectaculaire manier blind zijn voor wat er echt toe doet. Zoals we bijvoorbeeld met het milieu omgaan. “We zijn de eerste soort in vier miljard jaar die het vermogen heeft om een biosfeer volledig te veranderen. Je moet de volledige historie van de biosfeer bestuderen om te kunnen zien hoe vreemd het huidige tijdsgewricht is. Als je naar grafieken van energiegebruik kijkt dan gaan die in één huidig mensenleven steil omhoog. Het gaat net zo snel als de meteorietinslag die 65 miljoen jaar geleden de dinosaurussen weggevaagde. Door te laten zien hoe vreemd de huidige situatie is, kan big history een leidraad vormen voor toekomstige generaties. Dat zullen ze hard nodig hebben in de komende honderd jaar. Er staat veel op het spel.”
Veel gedachtegoed gaat uit van oneindige groei
Al eerder in de geschiedenis werd verondersteld dat de grenzen van wat ecologische systemen kunnen verdragen waren bereikt. “Veel economisch gedachtegoed gaat uit van oneindige groei. Maar al in de achttiende eeuwen dachten economen daar allesbehalve zo over, onder wie Adam Smith, de grondlegger van de moderne economie. Hij nam aan dat er grenzen aan groei zijn en dat de mensheid daar al dicht tegenaan zat. Smith ging ervan uit dat we alle beschikbare landbouwgrond in de wereld in gebruik zouden hebben en dat we daardoor dichtbij het einde van de groei zaten.”
We zijn gaan inzien dat er een grens is
Totdat fossiele brandstof een nieuwe revolutie veroorzaakte. “Deze nieuwe energiebron was zoveel groter dan die van landbouw, dat economen in de negentiende eeuw dachten dat de groei voortaan oneindig zou zijn. Opeens zijn we gaan inzien dat er wel degelijk een grens is, namelijk de biosfeer. We zijn de verschillende systemen daarin aan het vernietigen met gigantische energiestromen, of het nu gaat om het klimaat, de oceanen of de circulatie van CO2 en stikstof. Dus hebben we weer de grenzen bereikt waar Adam Smith het al over had. Op een of andere manier zullen we moeten leren omgaan met die grenzen.”