Onze conclusies over COP27
Redenen om optimistisch te zijn
In een aantal opzichten kunnen we optimistisch zijn over de klimaatconferentie COP27 van dit jaar.
Zo hebben Amerikaanse politici de inflatiebeperkingswet aangenomen, de grootste investering in de aanpak van klimaatverandering in de geschiedenis van de VS. En de nipte verkiezingsoverwinning van president Lula is goed nieuws voor de Braziliaanse regenwouden.
Europese beleidsmakers zetten zich in voor Fit for 55 – het EU-plan voor een groene transitie. De nieuw gekozen Australische regering heeft de wereldwijde methaanovereenkomst ondertekend. Kenia heeft toegezegd vijftien miljard bomen te planten.
Drieduizend bedrijven en financiële instellingen maken hun producten en activiteiten koolstofarm volgens wetenschappelijk onderbouwde doelstellingen.
Redenen om pessimistisch te zijn
Maar in andere opzichten zijn er voldoende redenen om pessimistisch te zijn.
De illegale invasie van Rusland in Oekraïne heeft de energieprijzen opgedreven. Politici schakelen – onder druk van de stijgende kosten van levensonderhoud – weer over op fossiele brandstoffen.
De wereldwijde uitstoot zal naar verwachting in 2022 een recordhoogte bereiken. De emissies van steenkool stijgen – in Europa met bijna 7% en in India met 5% – en vestigen een nieuw mondiaal record voor kooldioxide-emissies door steenkool alleen van 15,1 GT. Uit alle bronnen samen stoten we ongeveer 41 GT aan broeikasgassen uit.
Om op koers te liggen naar 1,5°C moeten we de mondiale emissies tegen 2030 halveren. Zoals Daniel Schrag zegt in de COP-toelichting in de Economist: “Dit staat zo ver van de werkelijkheid dat het een beetje absurd is”.
Volgens het meest recente rapport van het IEA beweegt het gebruik van steenkool zich rond de hoogste niveaus aller tijden. Als we echt de doelstellingen van 1,5 °C willen halen, moeten we geld en moeite steken in de transitie van steenkool naar alternatieve energiebronnen zoals wind- en zonne-energie. Alle grootverbruikers hebben verklaard koolstofneutraal te willen worden, maar de kloof tussen plannen maken en actie ondernemen is enorm. Van alle landen die het klimaatakkoord van Parijs hebben ondertekend heeft geen van alle een plan dat voldoende ambitieus is. Laat staan dat ze ernaar handelen. Met uitzondering van één land: Gambia.
Hoe zit het dan met COP27 zelf?
Eerder dit jaar stelde het Britse Climate Change Committee (CCC), een onafhankelijk comité dat de regering adviseert, dat de vooruitgang achterblijft bij de ambitie. Het CCC publiceerde een ruim 600 pagina’s tellend rapport met 327 aanbevelingen, waarin wordt uiteengezet wat de regering moet doen om weer op schema te komen.
Het beste wat de Britse regering kan doen om de COP-onderhandelingen te ondersteunen is de aanbevelingen van de CCC uitvoeren – ‘talk is cheap’, letterlijk en figuurlijk.
Wat bedrijven kunnen doen is hun producten en activiteiten koolstofvrij maken, de Raad van Bestuur verantwoording laten afleggen over klimaatverandering, TCFD-rapporten publiceren, taxonomie-informatie (de uitgaven voor milieuvriendelijke activiteiten) publiceren, de toeleveringsketens koolstofvrij maken en investeren in koolstofarme oplossingen.
Bedrijven moeten aanverwante milieu- en sociale kwesties aanpakken zoals ontbossing en verantwoording afleggen over wateronttrekking, -verbruik en -vervuiling, de VN-richtsnoeren voor bedrijven en mensenrechten goedkeuren en toepassen, en zorgen voor transparantie in alle activiteiten, toeleveringsketens en politieke betrokkenheid.
Beleggers moeten hun portefeuilles koolstofvrij maken en inzetten op rentmeesterschap, co-filing, stemmen en politieke betrokkenheid om duurzaamheidsdoelstellingen te bevorderen. Het doel van beleggers moet het koolstofvrij maken van de echte economie zijn. We hebben hier beschreven hoe je de impact op duurzaamheid in de echte wereld kunt maximaliseren.
Een keerpunt
Ongetwijfeld vormt COP27 een keerpunt – een kalendermoment voor regeringen, bedrijven en beleggers om na te denken over hun vooruitgang en het vergoten van hun commitment. Veel nieuwe afspraken die in Sharm El Sheikh zijn gemaakt, zullen van belang blijken te zijn.
We hebben dergelijke aankondigingen al eerder gezien. Een nieuw partnerschap om de regenwouden te beschermen, governance voor goede toezichtsystemen en een overeenkomst voor het ‘waarmaken van beloften’.
Maar na de lancering komen verantwoording en uitvoering. De enige maatstaf die telt is het niveau van de broeikasgasemissies in onze atmosfeer – een maatstaf die nog steeds oploopt.
The Inevitable Policy Response (IPR), een onderzoeksprogramma in opdracht van de UN Principles for Responsible Investment, voorspelt een versnelling van de politieke reacties op de klimaatverandering na de zogenaamde Global Stocktake.
De eerste inventarisatie is afgelopen november in Glasgow van start gegaan en zal in 2023 tijdens COP28 worden afgerond. De inventarisatie zal ons vertellen dat we op een catastrofale klimaatverandering afstevenen. Dat weten we. De IPR verwacht dat dit de beleidsmakers tot actie zal dwingen – een verandering ten opzichte van wat we tot nu toe hebben gezien.
Volgens de IPR zal de politieke reactie steeds krachtiger, abrupter en wanordelijker worden. Tegelijk is dit wel het beste waar we op mogen hopen.